Docmakers
De Tegenprestatie
De Tegenprestatie
De Tegenprestatie
De Tegenprestatie
De Tegenprestatie
De Tegenprestatie
De Tegenprestatie

Quid pro Quo

2015 • 50m

In the current tit-for-tat climate, society does not give you hand-outs. If you want unemployment benefits, you have to do your share. Rotterdam Council has long had a compulsory quid pro quo regulation and is known for being one of the strictest councils in the Netherlands. Everyone, regardless of education or age, has to work for their benefits, even if that means picking up litter.

The documentary Quid Pro Quo (De Tegenprestatie) literally joins the Centre for Work and Income in Rotterdam at the table and investigates this culture shift.

The material in Quid Pro Quo, as well as a number of additional interviews, has been used to create an e-learning project that will be used by Divosa to train their employees.

Premiered 15 October 2015 in Arminius, Rotterdam, followed by a debate with Secretary of State Jetta Kleinsma, councillor Maarten Struijvenberg and journalist Rutger Bregman.

E-learning

E-learning programme developed by client managers with educational movies made out of the original material. These are sent to all the social services.

Related news

Stem jij op onze Docmakers?

Vote for Docmakers
08-11-2018

2doc exists five years and you can vote for the best documentaries of the last five years including… >> read more 2doc exists five years and you can vote for the best documentaries of the last five years including two Docmakers productions, 0.03 seconds and Quid Pro Quo, at the 2Doc website!

Related news

Het Gouden Kalf voor De Tegenprestatie

The Golden Calf Award for QuidProQuo
01-10-2016

Docmakers are extremely proud of Suzanne Raes and Monique Lesterhuis who won the Golden Calf… >> read more Docmakers are extremely proud of Suzanne Raes and Monique Lesterhuis who won the Golden Calf Award yesterday for Best Short Documentary!

Related news

Gouden Kalf nominatie De Tegenprestatie

Golden Cald Award nomination for Quid Pro Quo
01-09-2016

Yes, Quid Pro Quo has been nominated for best short documentary at the Golden Calf Awards.… >> read more Yes, Quid Pro Quo has been nominated for best short documentary at the Golden Calf Awards. The film can be seen at the Dutch Film Festival:
Thursday 22-09-2016 at 21:15 uur in Louis Hartlooper Complex 3
Saturday 24-09-2016 at 11:30 uur in Louis Hartlooper Complex 3

Related news

De tijden zijn bekend

The screenings at Dutch Film Festival
18-08-2016

The screenings of our two films at the Dutch Film Festival will be:

>> read more The screenings of our two films at the Dutch Film Festival will be:


Boudewijn de Groot - Come Closer

Thursday 22-09-2016 at 16:15 in Rembrandt 2
Friday 23-09-2016 at 16:15 in Louis Hartlooper Complex 4

Quid Pro Quo
Thursday 22-09-2016 at 21:15 in Louis Hartlooper Complex 3
Saturday 24-09-2016 at 11:30 in Louis Hartlooper Complex 3

Related news

Gouden Kalveren Competitie

Golden Calf Awards
10-08-2016

Quid pro Quo is selected for the Golden Calf Awards at the Dutch Film Festival and will be screened several times between 21 and 30 September.

Related news

Artikel de Groene Amsterdammer

Article De groene Amsterdammer
Walter van der Kooi, 05-11-2015

>> read more

Related news

Première en debat De Tegenprestatie

Premiere and debate for Quid pro Quo
02-11-2015

15 October 2015 saw the premier of 'Quid Pro Quo' in debate centre Arminius in Rotterdam, the… >> read more 15 October 2015 saw the premier of 'Quid Pro Quo' in debate centre Arminius in Rotterdam, the city in which the film is set. With a display by the Dutch Federation of Trade Unions just outside and a large, diverse audience, it turned into a beautiful and often animated evening.

There was a lively debate with critical questions for Secretary of State Jetta Klijnsma and councillor Maarten Struijvenberg, but also admiration and respect for Rotterdam council, the experts and the jobseekers for their willingness to be captured on film. In doing so, they are making an important contribution to the debate about a question that affects us all: what can councils demand in return for unemployment benefits?

Related news

Artikel Sprank De Tegenprestatie

Article Sprank De Tegenprestatie
Anneke Nunn, 22-10-2015

>> read more

Related news

Artikel VPRO Gids

Article VPRO
Lokien de Bie, 21-10-2015

Aan het werk!

Sinds de invoering van de participatiewet is een bijstandsuitkering…
>> read more Aan het werk!

Sinds de invoering van de participatiewet is een bijstandsuitkering een
voorziening waarvoor je iets terug moet doen. Voor hun documentaire
De tegenprestatie volgden Monique Lesterhuis en Suzanne Raes hoe de sociale dienst van Rotterdam dit beleid uitvoert.

In 2010 maakten Monique Lesterhuis en Suzanne Raes de opmerkelijke documentaire Sta me bij, over de sociale dienst in Zutphen (972 mensen in de bijstand). Maandenlang volgden zij twee ambtenaren, ‘klantmanagers’ in het jargon van de dienst, elk met een totaal verschillende aanpak: empathische Bruno, die ‘zijn’ uitkeringsklanten met veel persoonlijke aandacht en huisbezoekjes in de regeling trachtte te houden (‘je moet iemand blijven prikkelen anders is hij weg’), en zijn even betrokken collega Debbie, die bijstandsaanvragers op hun eigen verantwoordelijkheid aansprak (‘ik heb daar geen tijd voor, hier houdt het voor mij op’). Het verschil in aanpak leverde een boeiend schouwspel op, waarbij de sympathie van de kijker door de uiteenlopende methodes telkens wisselde: was Bruno niet iets te aardig voor zijn klanten? Of was Debbie te ambitieus in haar pogingen om klanten aan een baan te helpen en verloor zij daarbij de menselijkheid uit het oog?

In hun recente film voor de Human De tegenprestatie richten Lesterhuis en Raes opnieuw de camera op ambtenaren sociale dienst en uitkeringsklanten. Ditmaal vertoeven we langdurig in de spreekkamers van de Dienst Werk en Inkomen van de gemeente Rotterdam (38.000 mensen in de bijstand). Een wereld van verschil. Niet alleen door de grootschaligheid van de dienst; vooral het volstrekt verschillende beleid valt op. ‘Je zou kunnen zeggen dat de Debbie-aanpak heeft gewonnen,’ beaamt Suzanne Raes, ‘zeker in Rotterdam.’

Spraakmakend
Sinds de verzorgingsstaat plaats heeft moeten maken voor de participatiesamenleving wordt van burgers meer eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid geeist. Raes: ‘Toen ons gevraagd werd om een vervolgfilm over de sociale dienst te maken, waren we vooral nieuwsgierig naar het effect van de nieuwe participatiewet. Want het betekent een enorme omslag voor zowel burgers als sociale diensten dat een bijstandsuitkering niet langer zomaar een recht, maar een voorziening is waarvoor je iets terug moet doen.’ De documentairemakers besluiten niet een tweede keer naar Zutphen te gaan, maar naar Rotterdam, voorloper in deze nieuwe ontwikkeling. Monique Lesterhuis: ‘Spraakmakende voorloper, want een paar jaar geleden stuurde de Rotterdamse pvda-wethouder Marco Florijn werklozen met bussen naar het Westland om in de kassen te gaan werken. Dat haalde alle kranten. Rotterdam profileert zich als “werkstad” met stoere taal: kom op, aan het werk, iedereen moet iets doen.’ ‘Werk Loont’ luidt het nieuwe credo van de sociale dienst Rotterdam. Op de site van de gemeente staat het zo: ‘Een uitkering is tijdelijk. Heeft u (nog) geen regulier werk dan verwacht de gemeente dat u er alles aan doet om werk te vinden. U volgt het Werk Loont-programma, of u verricht een maatschappelijke inspanning in ruil voor de uitkering. Dat noemen wij een tegenprestatie.’ Dat die tegenprestatie voor een groot aantal mensen, ongeacht opleiding of werkervaring, een dag per week papier prikken betekent blijft hier nog onvermeld.

Bluffen
Raes: ‘In de spreekkamers gaat het alleen nog maar over werk, in alle trajectonderdelen zit dat woord verwerkt: de werkdiagnose, het werkoverleg. En de vroegere klantmanager heet nu werkconsulent.’ Na maanden zonder camera ‘rondhangen’, meeluisteren, de consulenten leren kennen, hun vertrouwen winnen door te laten zien dat ze er serieus in duiken, is het zover dat er – over een periode van een jaar – gefilmd kan worden. En ook deze keer vormen de gesprekken tussen ambtenaren sociale dienst en bijstandsgerechtigden de rode draad in de film. In een vast beeldkader zien we steeds wisselende werkconsulenten (herkenbaar aan het naar hem of haar toegekeerde computerscherm) in gesprek met cliënten (werkzoekenden in het nieuwe jargon). Die gesprekken lijken soms wonderlijke toneelstukjes voor twee spelers met diametraal tegenover elkaar staande rollen: Consulent: ‘Je hebt nu een uitkering aangevraagd, of je hem krijgt weet ik niet, daar ga ik niet over.’ Cliënt: ‘Dat zou helemaal mooi zijn dat ik hem niet krijg. Ik ben Nederlander, ik weet hoe het werkt, iedereen heeft recht op een uitkering.’ Consulent: ‘Nee, u heeft recht om een uitkering aan te vragen.’ Soms een amusant toneelstukje. Consulent: ‘Waar solliciteert u op, productiewerk?’ Cliënt: ‘Nee, daar heb ik geen ervaring mee. ’Consulent: ‘Geeft toch niet, volgens mij kun je dat hartstikke goed. Gewoon zeggen dat je daar goed in bent; beetje bluffen mag tegenwoordig op de arbeidsmarkt.’

Dreigen
Soms oogt het wrang, bijvoorbeeld als een zeer gemotiveerde mevrouw, die driemaal slechts een kortlopend contract kreeg aangeboden, voor de zoveelste keer het hele Werk Loont-traject moet doorlopen. Of de zestigjarige meneer die vier sollicitatiebrieven per week dient te schrijven – verplicht onderdeel van het inspanningsplan – terwijl iedereen weet dat zulke brieven door geen enkele werkgever zelfs maar gelezen worden. Raes: ‘Er heeft een enorme verandering plaatsgevonden. De meeste mensen vinden het logisch dat als ze een uitkering krijgen, ze er iets voor moeten terugdoen. Maar het is belangrijk hoe je die boodschap brengt. Er wordt in sommige gevallen onnodig gesproken over verplichting en gedreigd met korting van de uitkering.’ Lesterhuis: ‘Nee, dat heet: u komt in aanmerking voor een maatregel.’ Raes: ‘Betekent gewoon een maand zonder geld. Mensen die dertig jaar gewerkt hebben, door de crisis hun baan kwijtraken en noodgedwongen bij de sociale dienst terechtkomen, wat iedereen kan overkomen, worden behandeld of het aan hen ligt dat ze geen werk hebben. Tegelijkertijd is dit beleid succesvol; het aantal mensen dat een uitkering aanvraagt neemt af. Ik hoop de kijker met onze film aan het denken te zetten over hoe ver hun gemeente kan gaan bij het vragen van een tegenprestatie.’

Related news

Artikel NRC De Tegenprestatie

Article Quid pro Quo part 1
Thomas de Veen, 20-10-2015

Ze zitten te zenuwpezen. We zien een man die eerst een Mercedes had en nu alleen nog een fiets.… >> read more Ze zitten te zenuwpezen. We zien een man die eerst een Mercedes had en nu alleen nog een fiets. We zien een kapster die haar huur niet meer kan betalen. We zien een lieve, grijze dame die 157 sollicitatiebrieven heeft verstuurd en nergens op gesprek mocht komen. Maar dat weten we dan, aan het begin, nog niet. We zien hen respectievelijk aan zijn sikje kriebelen, verbeten voor zich uit kijken of op haar lip bijten. Ze zitten aan een tafel in een onbestemde kantooromgeving. Wachtend op, zo blijkt weldra, de gemeenteambtenaar die slecht nieuws heeft over hun bijstandsuitkering.

Kijk aan: de documentaire De tegenprestatie (2DOC/HUMAN) wil ons tonen, niet vertellen. Makers Monique Lesterhuis en Suzanne Raes plaatsten een groothoekcamera op een statief, zetten hem haaks op het gemeentelijke bureautje en registreerden als fly on the wall wat er aan het bureau voorvalt tussen de naamloze werklozen en ambtenaren. De tegenprestatie speelt in Rotterdam, waar de Participatiewet is ingevoerd. Die bepaalt dat bijstandsgerechtigden een tegenprestatie voor hun uitkering moeten leveren. Dat is, zo ervaren de meesten het althans, het slechte nieuws. De werkloze wordt een ijzeren „traject” in getrokken, dat de ambtenaar optimistisch uit de doeken doet, soms in onversneden betweter-Rotterdams, soms op een wat denigrerende, kinderlijke toon, meestal in prefab richtlijntaal. „Vanaf nu gaan we in oplossingen denken, niet meer in problemen”, klinkt het. De werklozen sputteren tegen, stamelen wat, vertellen hun levensverhaal.

Nu is die verplichte tegenprestatie in de media al dikwijls ter sprake gekomen, pas nog op hoge toon bij De Monitor (KRO-NCRV), maar zo direct en onversneden als het hier getoond wordt, is het opzienbarend. Doordat de makers dus niet als vertellers tussen de feiten en de kijker in staan. Dat ze wel degelijk iets te vertellen hebben bleek vanzelf – uit de montage. Lang en daardoor pijnlijk was het moment waarop de ambtenaar, een knappe jonge vrouw met een vrolijke trui, zwijgend zit te typen, terwijl de werkloze vijftiger tegenover haar, in vormeloze blauwe trui, afwacht. We zien haar typen en typen, hem met een lege blik rondkijken, terwijl ondertussen de geluidsband doorloopt met de trainer die de ambtenaren het beleid uitlegde: ze moeten alles in een „trajectplan” vastleggen, om aan te kunnen tonen „wat voor fantastisch werk we doen”. Dan weet je het wel: in deze context is ‘oplossingen’ jargon voor ‘problemen’. De consequentie van de „voor-wat-hoort-wat-maatschappij”, zoals een ambtenaar het noemt, is natuurlijk een pakket aan formaliteiten en eufemismen. Dat gaat zonder aanziens des persoons – dat is de keerzijde van de regels die regels zijn, een waarheid die De tegenprestatie schrijnend goed blootlegde. Een jonge man vraagt: wat is de meerwaarde van papierprikken als hij dan ook zijn hbo-studie kan afronden? En een man van 64, die bij sollicitaties steeds hoorde dat hij „overgekwalificeerd” was: „Zeg dan gewoon dat ik te oud ben.
Dan ben je eerlijk!”

Related news

Interview Humo De Tegenprestatie

Interview Humo Quid pro Quo
19-10-2015

Wie gruwelt bij het idee dat de federale regering de ‘gemeenschapsdienst’ zou invoeren,… >> read more Wie gruwelt bij het idee dat de federale regering de ‘gemeenschapsdienst’ zou invoeren, kan deze avond met een bang hartje afstemmen op de Nederlandse documentaire ‘De tegenprestatie’. ‘Jullie Belgen geven het tenminste nog een mooie naam,’ zegt Monique Lesterhuis, die samen met Suzanne Raes de regie op zich nam.

'In Nederland zijn we sinds kort in een soort 'voor wat, hoort wat'-cultuur beland: mensen die leven van de sociale bijstand móéten iets terugdoen.'

HUMO: Wat is die tegenprestatie precies?
Monique Lesterhuis: Sinds onze vorige documentaire, ‘Sta me bij’, is de crisis in al zijn hevigheid losgebarsten. Allerlei voorzieningen waar de overheid voor instond, verdwijnen langzamerhand. Uit die omslag ontstond onze ‘participatiesamenleving’. Nogal een duur woord, maar het betekent gewoon dat de overheid zegt dat de burgers meer eigen verantwoordelijkheid moeten nemen en meer zelf moeten doen. En mensen die leven van de sociale bijstand moeten dus iets terugdoen. Zo zijn we in Nederland sinds kort in een soort ‘voor wat, hoort wat’-cultuur beland.

HUMO: Erg sociaal klinkt dat niet.
Lesterhuis: In de film zien we dat de bijstandtrekkers erg moeten wennen aan dat idee, maar op zich zijn ze het erover eens dat ze iets terug moeten doen voor hun geld. Maar wát ze moeten doen, stuit nogal eens op weerstand. Zeker als je als vuilnisman papier moet gaan prikken op straat, met een oranje hesje aan. Uiteraard schamen veel mensen zich daarvoor.
HUMO: In Vlaanderen speelt minister van Werk Philippe Muyters met het idee om jongeren met een foute werkattitude te laten sporten, en ze zo klaar te stomen voor de arbeidsmarkt. Zoiets bestaat in Nederland?
Lesterhuis: Ja, dat gebeurt al in Rotterdam. Dat programma heet ‘Bewegen naar werk’ en is niet enkel gericht op jongeren.

HUMO: Uw documentaire speelt zich volledig af in Rotterdam. Waarom net die stad?
Lesterhuis: Alle gemeenten mogen sinds dit jaar zelf beslissen of ze een tegenprestatie vragen en hoe die er dan uit moet zien. In Rotterdam bestaat het systeem al langer, en zijn ze heel streng. Dat papier prikken, bijvoorbeeld, komt ook uit Rotterdam: daar moeten bijstandsgerechtigden – zo zijn er 38.000 in de stad – dat vijftien weken lang doen. »Belgische gemeentebesturen – en filmploegen – zijn trouwens al langs geweest in Rotterdam. Er wordt naar de stad gekeken. »Maar het is niet omdat we in het strenge Rotterdam filmden, dat we daarom een politieke boodschap wilden brengen. Integendeel: ons doel was die maatschappelijke omslag te observeren, als een soort fly on the wall. Al hopen we dat burgers in andere gemeenten ook beginnen na te denken over wat het gemeentebestuur van hen mag vragen, en wat niet. Zo zou het niet meer enkel door de overheid opgelegd worden en wordt het systeem echt participatief. We denken dus wel dat de documentaire discussies zal losweken.

HUMO: Hoe reageerden de ambtenaren van de sociale bijstandsdienst toen ze zichzelf in de film aan het werk zagen?
Lesterhuis: Voor hen was het natuurlijk heel herkenbaar. Maar als je je eigen werk ziet door de ogen van een ander, gaan je wel bepaalde dingen opvallen. Zo schrokken ze toen ze merkten hoeveel moeilijke woorden ze gebruiken in hun uitleg. Ambtenaren hebben nogal de neiging om woorden in de mond te nemen die je in het dagelijkse leven nooit zou gebruiken. ‘Inspanningsverplichting’, bijvoorbeeld – wie zou dat nu zeggen?
HUMO: We halen er alvast de nieuwe Dikke Van Dale bij!